0597 76 00 30
Bernard bekijkt ‘t: “Probleem met een korreltje zout”
In ‘Bernard bekijkt ‘t’ schrijft Bernard Wubbels elke maand met een knipoog over iets dat hij tegenkomt in zijn werk als communicatieadviseur. Met zijn commentaar op zaken waar hij zich over verbaast, biedt hij een verrassend en vaak vermakelijk inkijkje in de wereld van infra, civiel, groen, bouw en techniek.
Je hebt van die mensen die op alle slakken zout leggen. Deze mensen staan dit jaar voor een schier onmogelijke taak: het krioelt van de slakken overal, al maandenlang. Dan gaat het alleen nog om de zichtbare slakken. Globaal kun je stellen dat er voor elke slak boven de grond, er vier onder de grond zitten. Handmatig dagelijks verwijderen, anti-slakkenkorrels, koperdraadjes spannen, verdrinken in goedkoop bier, eroverheen rijden met de grasmaaier in de laagste stand, niks helpt. Zelfs al zou je de gemeente vragen om met een strooiwagen een dikke laag zout te komen strooien op je gazon, in je moestuin of tussen je planten en struiken, dan nog blijven ze terugkomen. Ik sprak iemand die zo agressief van al die slakken werd dat hij elke slak die hij tegenkwam in zijn tuin, met een schaar in tweeën knipte. Het resultaat laat zich raden: hun aantal verdubbelde. Kortom: ze zijn onuitroeibaar, ze blijven terugkomen.
Nou moet ik zeggen dat de verontwaardiging van veel tuinbezitters over die slakken wel behoorlijk selectief is. OK, er zijn veel slakken, mede als gevolg van de vele regen van de laatste maanden. Maar niet alleen de slakken, de hele tuin profiteert van die regen. (En van die slakken, op microniveau, want slakken ruimen veel organisch afvalmateriaal op). Heel veel planten en struiken die het de afgelopen jaren matig tot redelijk deden, doen het dit jaar uitzonderlijk goed. Alles groeit als kool. (Behalve de kool zelf, want die is opgevreten door de slakken). Mijn tuin is echter nog nooit zo weldadig groen geweest. Mij hoor je dus wat dat betreft niet klagen. Maar wat ik wil zeggen over die selectieve verontwaardiging: alleen vanwege het feit dat onze naaktslakken wel huis- en tuin- maar geen keukenslakken zijn, oftewel niet gegeten worden, vinden mensen ze irritant. Ze hebben daarnaast ook geen nut dat in geld uitgedrukt kan worden. Was dat wel het geval, dat zouden mensen zelfs de tuin van hun buren afstropen om slakken te verzamelen en te verkopen. Terwijl slakken wel heel gezond zijn. Ze zijn koolhydraatarm, suikervrij, ze zitten vol eiwit en bevatten nauwelijks vet. Ook bevatten ze gezonde voedingsstoffen zoals vitamine E, jodium, koper en magnesium. Maar ja, ze eten schimmels, rottend materiaal, dode bladeren en wortelen, uitwerpselen, eetgedrag dat ons als mens tegenstaat. De beroemde escargots die wel gegeten worden, zijn dan ook speciaal gekweekt, op een heel ander menu. Die beestjes kom je in de natuur niet tegen.
Toch blijft het jammer dat veel mensen de natuur alleen beoordelen op het feit of het de mens tot nut kan dienen, lees: of wij ervan kunnen profiteren. Terwijl je het ook anders kunt benaderen: wat zouden wij van die slakken kunnen leren? Wat doen zij anders en beter dan wij mensen? Zoals bij alle leerprocessen gaat het ook hier om het stellen van de juiste vragen. Een goeie vraag om mee te beginnen is dan ook: waarom zijn er juist dit jaar zoveel naaktslakken? Het voor de hand liggende antwoord is: door het natte voorjaar. Maar het echte antwoord is natuurlijk: er is een groot huisjestekort op de woningmarkt. En dan wordt het opeens interessant, want dat is een probleem dat wij als mensen ook hebben. Waardoor we ons af kunnen vragen: hoe gaan die slakken daarmee om, wat kunnen wij daarvan leren?
Voor mensen is het bezit van een eigen huis het hoogste ideaal, iets waar ze zich graag tot de nek voor in de schulden steken. De gezamenlijk uitstaande hypotheekschuld van de Nederlandse huishoudens bedroeg eind 2023 815 miljard euro. (Zelfs onze behoorlijke grote staatsschuld is met ongeveer 500 miljard nog een stuk lager). Door het grote huizentekort op de Nederlandse woningmarkt is de vraag al jaren groter dan het aanbod, en blijven de huizenprijzen stijgen. In hoog tempo bijbouwen schiet ook niet echt op, de doelstelling van 900.000 woningen erbij in 2030 wordt zeker niet gehaald. Om binnen het jargon van het onderwerp te blijven: het gaat met een slakkengang. De slakken hebben ogenschijnlijk hetzelfde probleem als wij, er zijn veel meer naaktslakken dan er huisjes beschikbaar zijn. Het zijn vaak ook nog piepkleine huisjes, eigenlijk alleen geschikt voor een éénpersoonshuishouden, niet voor een naaktslakkengezin. Twee-onder-een-kap, vrijstaande villa’s, seniorenwoningen, studentenflatjes voor slakken: ze zijn er gewoon niet.
En dat vinden slakken ook geen enkel probleem. Sterker nog: de meeste slakken willen helemaal geen eigen huisje! Wij mensen maken er voor de slakken een probleem van, omdat wij redeneren vanuit onze eigen woningmarktsituatie. Maar de eigen-huisjesslakken worden door de naaktslakken juist meewarig aangekeken. Waarom zou je er voor kiezen om gebukt te gaan onder de last van een eigen huis, als je ook gewoon vrij, blij en ongebonden door het leven kunt gaan?
Dit zijn zo wat gedachten die spontaan bij mij opkomen als ik over de slakkenplaag nadenk. Maar misschien zit ik er wel helemaal naast. Misschien wonen álle slakken wel onder de grond, en zijn de huisjesslakken die we tegenkomen boven de grond gewoon slakken die op vakantie gaan. Met hun eigen caravan of campertje op de rug. Even een paar weken er lekker tussenuit, helemaal naar de tuin van de buren. Lekker voor de bouwvak aan. Fijne vakantie!
Deel dit artikel: