0597 76 00 30
Bernard bekijkt ‘t: “Het stenen tijdperk”
In ‘Bernard bekijkt ‘t’ schrijft Bernard Wubbels elke maand met een knipoog over iets dat hij tegenkomt in zijn werk als communicatieadviseur. Met zijn commentaar op zaken waar hij zich over verbaast, biedt hij een verrassend en vaak vermakelijk inkijkje in de wereld van infra, civiel, groen, bouw en techniek.
Bij de steentijd zullen de meeste mensen denken aan een tijd die al duizenden jaren achter ons ligt. Een tijd die ze hooguit kennen via de tekenfilms en strips van de Flintstones (de eerste steenstrips!). Maar je hoeft maar een beetje om je heen te kijken om te beseffen dat de huidige tijd het echte stenen tijdperk is. We leven met miljarden mensen in huizen en steden waar bakstenen, dakpannen, stoeptegels, straatstenen, asfalt en beton de boventoon voeren. Met name sinds de industriële revolutie is het hard gegaan en heeft het verstenen van de omgeving een hoge vlucht genomen.
Eigenlijk waren het onze verre voorouders, de holbewoners, die als eersten zagen wat je op de woningmarkt allemaal met steen kunt doen. Een holwoning in een rotswand bood veel meer bescherming tegen het weer, roofdieren en indringers, dan een hutje van takken en bladeren. Maar een groot nadeel was wel dat er vaak een hele berg aan vast zat. Ook kon je niet je eigen hol ontwerpen, je moest het doen met hetgeen de markt bood.
De Egyptenaren onderkenden dat probleem ook. Zij waren de eersten die er in slaagden stenen uit te hakken en daar een bouwwerk mee te maken, de bekende piramides. Ze lieten hun slaven daarvoor hele grote stenen bikken, vanuit de gedachte dat de bouw dan sneller gereed zou zijn. Dat bleek een misverstand. Die krengen waren zo zwaar dat het vele jaren kostte om ze te verslepen en op te stapelen. Zo veranderde de aanvankelijke woonbestemming al snel in die van graftombe. Tijdens je leven had je er dus niks aan, maar na je dood kon je er gegarandeerd nog eeuwenlang van genieten. Onze voorouders in Nederland waren praktischer ingesteld en bespaarden zich al die moeite. Ze gebruikten voor hun hunebedden gewoon kant en klare grote zwerfstenen. Die lagen toen nog overal voor het oprapen.
Ongeveer 5000 v. Chr. werd de baksteen uitgevonden, en vanaf ongeveer 3000 v.Chr. werd deze op grote schaal toegepast. De toren van Babel mislukte helaas nog door taalproblemen, maar daarna ging het hard. In de loop der eeuwen zagen vele torens, kerken, kastelen, kathedralen en fabriekshallen het licht, met als ultiem hoogtepunt de wolkenkrabbers. Veel van die gebouwen staan er al honderden jaren. Die baksteen was een blijvertje, kun je rustig stellen.
Door die ene uitvinding zitten wij dus al eeuwen met de gebakken stenen. Het zit zelfs in ons taalgebruik en onze cultuur ingebakken. Denk aan uitdrukkingen en gezegden met steen, zoals een hart van steen hebben, steenrijk zijn of zinken als een baksteen. Of kijk naar de muziekwereld, waar sinds het ontstaan van de rock ’n roll in de jaren ’50 keiharde rockmuziek de boventoon voert. Opvallend daarbij: artiesten, luisterend naar namen als Bruce Springsteen of The Rolling Stones, gaan het langst mee en scoren de grootste hits. Helemaal als ze ook stenen in de titels van hun nummers verwerken. The Stones brachten onlangs weer een plaat uit (de 80-ste of zo), ‘Hackney Diamonds’(edelstenen!), die meteen omhoog schoot in de lijsten. Een van de grootste hits van Queen is ‘We will rock you’. ‘Deep Purple in Rock’ is een hoogtepunt in het hardrockgenre. Momenteel ook erg populair: Rammstein. Die gaf onlangs in Groningen nog voor 110.000 mensen twee steengoede concerten, volgens de fans. Je kwam er alleen wel keidoof vandaan omdat ze de geluidsnorm mochten overschrijden. Wat ik maar wil zeggen: Noem jezelf Johnny Baksteen, schrijf een liedje over een pindarotsje en je scoort gegarandeerd een hit.
Het succes van de baksteen heeft ook een keerzijde. Hogere zomerse temperaturen en hittegolven zorgen voor hittestress in de steden en bij hevige en langdurige regenperiodes ontstaat er wateroverlast omdat het water niet weg kan. De verwachting is dat deze problemen de komende jaren alleen maar gaan toenemen. Uit tal van rapporten blijkt immers dat de gemiddelde temperatuur op aarde aan het stijgen is en dat dit grote gevolgen zal hebben. Dit vraagt om oplossingen als meer groen in de steden, zowel op de daken als tussen de gebouwen. Dat heeft een verkoelend effect en heeft positieve effecten voor zowel mensen, dieren als het milieu. Meer groen zorgt er ook voor dat het water sneller in de grond kan zakken waardoor het riool minder snel overbelast raakt. Het structureel aanpakken van deze problemen vraagt uiteraard om beleidsmakers met visie en een goed onderbouwde langetermijnaanpak. Er hangt ook een stevig prijskaartje aan. Met alleen hier en daar een beetje tegelwippen gaan we het in elk geval zeker niet redden.
Je kunt voor of tegen de klimaatverandering zijn, maar er liggen volgens mij overtuigende bewijzen dat het wel degelijk aan de gang is. Natuurlijk zijn er ook mensen die zeggen dat het zo’n vaart niet zal lopen, dat de weersextremen van de afgelopen jaren incidenten zijn. En dat een gemiddelde temperatuurstijging van 2 of 3 graden toch helemaal niks voorstelt. Ik hoorde laatst zelf iemand beweren dat wanneer de temperatuur 3 graden stijgt, iedereen gewoon de verwarming 3 graden lager moet zetten. Vaak zijn dit mensen met een rotsvaste mening, bij wie je niet met tegenargumenten aan hoeft te komen. Ik ga er dan ook niet mee in discussie. Ik denk alleen: onder welke steen heb jij de afgelopen dertig jaar gelegen?
Deel dit artikel: